Nietzsche's Philosophy of Sex (20-29/11/2009).
Deze thread gaat niet over de verregaande betekenis der geslachtelijkheid in Nietzsches werken (zoals de antagonie man/vrouw), noch in eerste instantie over de seksuele Rausch, maar over de voortplanting en het belang daarvan. De geslachtsdrift is immers simpelweg de drift tot natuurlijke inseminatie. Voorzover we dit onderkennen, maar er toch voor kiezen om alleen de lusten (lees: de seks) en niet de lasten (lees: het natuurlijke gevolg van seks) te dragen, houden we onszelf voor de gek; voorzover we werkelijk geloven dat het voorgaande niet waar is, houdt ons Zelf (dwz. ons lichaam) ons (dwz. onze geest) voor de gek. En beide misleidingen zijn het gevolg van de wil tot macht, waarvan de wil tot seks een vorm is. In het eerste geval bedriegen we ons Zelf, zijn we ons Zelf te slim af, zoals Reinaert Koning Nobel; in het tweede geval is ons Zelf ons te slim af: het bereikt zijn doel---de genoemde 'lasten'---door middel van onze lusten.
Maar waarom überhaupt voortplanting?---Ze betekent machtsuitbreiding, door de verspreiding van onze genen. Het is niet het voordeel van de soort waar het individu mee begaan is:
"Tegen de theorie, dat het afzonderlijke individu het voordeel van de soort, van zijn nageslacht in het oog heeft, ten koste van het eigen voordeel: dat is slechts schijn.
De gigantische gewichtigheid waarmee het individu het geslachtelijke instinct neemt, is niet een gevolg van de gewichtigheid daarvan voor de soort, maar het voortplanten is de eigenlijke prestatie van het individu en vandaar zijn hoogste belang, zijn hoogste machtsuiting (natuurlijk niet van het bewustzijn uit beoordeeld, maar van het centrum van de hele individuatie)."
[WM 681, geheel.]
Voor het verband tussen het bewustzijn en de eerdergenoemde geest, en tussen het centrum van de hele individuatie en het eerdergenoemde Zelf, leze men ASZ, "Van de lijfsverachters".
Welnu! De voortplanting is dus de eigenlijke prestatie van het individu. Betekent dit niet dat ze voor ieder individu de hoogste prestatie is?---Nee, dat betekent het niet. Er zijn namelijk mensen die meer dan slechts een individuele gebeurtenis (Ereignis) zijn. Zo noemde Nietzsche Goethe een Europese gebeurtenis. Nietzsche zelf, nog een stuk groter man dan Goethe, was een wereldhistorische gebeurtenis. De hoogste mensen, mensen als Nietzsche en Plato, zijn de grootste wereldhistorische gebeurtenissen. En hun hoogste prestatie is geenszins hun lichamelijke voortplanting, als daar überhaupt sprake van is.
"O namiddag mijns levens! Wat gaf ik niet weg, zo ik slechts één ding had: deze levende plantage mijner gedachten en dit morgenlicht mijner hoogste hoop!"
[ASZ, "Van de zaligheid tegen wil en dank".]
De hoogste prestatie van de hoogste mensen is hun geestelijke voortplanting: niet het doorgeven van genetische, maar van mimetische informatie. En de vrouw kan in zo'n geval heel goed de bevruchter zijn: als muze van de dichter!
"De dieren denken anders over de vrouwen, dan de mensen; hen geldt het wijfje als het productieve wezen."
[VW 72.]
***
De openingszin van VW 72 heb ik zojuist gequote. Nietzsche besluit dit aforisme als volgt:
"Bij de dieren geldt het mannelijke geslacht als het schone."
[ibid.]
Is de mens dan geen dier? Is de mens, voorzover hij recht tegenover het dier staat, dan niet tegennatuurlijk? Ontrukt aan zijn natuur? Gewis is, dat in de hoogste menselijke cultuur tot nu toe, de Griekse, het mannelijke geslacht ook als het schone gold:
"Ander perspectief des gevoels.---Wat is ons gezwets over de Grieken! Wat begrijpen wij dan van hun kunst, wier ziel---de hartstocht voor de mannelijke naakte schoonheid is!---Eerst van daar uit ervoeren zij de vrouwelijke schoonheid. Zo hadden ze dus voor haar [dwz. voor de vrouwelijke schoonheid] een totaal ander perspectief, dan wij. En zo stond het ook ongeveer met hun liefde voor de vrouw: ze vereerden anders, ze verachtten anders."
[Morgenrood 170, geheel.]
De Grieken waren dus "als dieren volmaakt" (ASZ Van de kuisheid). Voor hen was de vrouw het productieve wezen, namelijk productief van mooie mannen en "baarlustige" vrouwen (ASZ Van oude en nieuwe tafelen 23)---vrouwen die gebärtüchtig waren, "degelijk tot baren", fit for giving birth---en niet tot baren überhaupt, maar tot het baren van mooie mannen en van vrouwen die degelijk tot het baren van mooie mannen en van vrouwen die degelijk tot het baren van mooie mannen etc. etc. waren!
Maar wat heeft een mooie man, of überhaupt een levend wezen, voor zin? Volgens Zarathoestra is de bovenmens de "zin der aarde". Hoe dat zo? Zin kan alleen gelegen zijn in Lust, lust of vreugde, of in Glück, geluk (regelmatig synoniem voor Nietzsche). Zo zegt Zarathoestra:
"Wat is mij aan mijn geluk gelegen! Het is armoe en slijk en een jammerlijk behagen. Neen, mijn geluk behoorde het bestaan zelf te rechtvaardigen!"
[Zarathoestra's Voorrede, 3.]
---en schrijft Nietzsche elders:
"Filosofie als liefde voor de wijsheid, in een stijgende lijn tot aan de wijze als de gelukkig-gemaakste [dem Beglücktesten], machtigste, die al het worden rechtvaardigt en wéér wil,---niet liefde voor de mensen, of voor goden, of voor de waarheid, maar liefde voor een toestand, een geestelijk en zinnelijk volmaaktheidsgevoel: een affirmeren en goedkeuren uit een overstromend gevoel van vormende macht. De grote onderscheiding."
[Nachlass.]
De eeuwige wederkomst...
***
De eeuwige wederkomst van phusis. Voortplanten, overstromen, bloeien---allen uitingen van macht. De wil tot macht is namelijk niet, zoals gewoonlijk gedacht wordt, de wil tot het bezitten van macht---bezitten is immers iets statisch---; nee, hij is in wezen de wil tot het uitoefenen van macht---tot het zetten van kracht, het overweldigen van weerstanden.
Maar waarom überhaupt voortplanting?---Ze betekent machtsuitbreiding, door de verspreiding van onze genen. Het is niet het voordeel van de soort waar het individu mee begaan is:
"Tegen de theorie, dat het afzonderlijke individu het voordeel van de soort, van zijn nageslacht in het oog heeft, ten koste van het eigen voordeel: dat is slechts schijn.
De gigantische gewichtigheid waarmee het individu het geslachtelijke instinct neemt, is niet een gevolg van de gewichtigheid daarvan voor de soort, maar het voortplanten is de eigenlijke prestatie van het individu en vandaar zijn hoogste belang, zijn hoogste machtsuiting (natuurlijk niet van het bewustzijn uit beoordeeld, maar van het centrum van de hele individuatie)."
[WM 681, geheel.]
Voor het verband tussen het bewustzijn en de eerdergenoemde geest, en tussen het centrum van de hele individuatie en het eerdergenoemde Zelf, leze men ASZ, "Van de lijfsverachters".
Welnu! De voortplanting is dus de eigenlijke prestatie van het individu. Betekent dit niet dat ze voor ieder individu de hoogste prestatie is?---Nee, dat betekent het niet. Er zijn namelijk mensen die meer dan slechts een individuele gebeurtenis (Ereignis) zijn. Zo noemde Nietzsche Goethe een Europese gebeurtenis. Nietzsche zelf, nog een stuk groter man dan Goethe, was een wereldhistorische gebeurtenis. De hoogste mensen, mensen als Nietzsche en Plato, zijn de grootste wereldhistorische gebeurtenissen. En hun hoogste prestatie is geenszins hun lichamelijke voortplanting, als daar überhaupt sprake van is.
"O namiddag mijns levens! Wat gaf ik niet weg, zo ik slechts één ding had: deze levende plantage mijner gedachten en dit morgenlicht mijner hoogste hoop!"
[ASZ, "Van de zaligheid tegen wil en dank".]
De hoogste prestatie van de hoogste mensen is hun geestelijke voortplanting: niet het doorgeven van genetische, maar van mimetische informatie. En de vrouw kan in zo'n geval heel goed de bevruchter zijn: als muze van de dichter!
"De dieren denken anders over de vrouwen, dan de mensen; hen geldt het wijfje als het productieve wezen."
[VW 72.]
***
De openingszin van VW 72 heb ik zojuist gequote. Nietzsche besluit dit aforisme als volgt:
"Bij de dieren geldt het mannelijke geslacht als het schone."
[ibid.]
Is de mens dan geen dier? Is de mens, voorzover hij recht tegenover het dier staat, dan niet tegennatuurlijk? Ontrukt aan zijn natuur? Gewis is, dat in de hoogste menselijke cultuur tot nu toe, de Griekse, het mannelijke geslacht ook als het schone gold:
"Ander perspectief des gevoels.---Wat is ons gezwets over de Grieken! Wat begrijpen wij dan van hun kunst, wier ziel---de hartstocht voor de mannelijke naakte schoonheid is!---Eerst van daar uit ervoeren zij de vrouwelijke schoonheid. Zo hadden ze dus voor haar [dwz. voor de vrouwelijke schoonheid] een totaal ander perspectief, dan wij. En zo stond het ook ongeveer met hun liefde voor de vrouw: ze vereerden anders, ze verachtten anders."
[Morgenrood 170, geheel.]
De Grieken waren dus "als dieren volmaakt" (ASZ Van de kuisheid). Voor hen was de vrouw het productieve wezen, namelijk productief van mooie mannen en "baarlustige" vrouwen (ASZ Van oude en nieuwe tafelen 23)---vrouwen die gebärtüchtig waren, "degelijk tot baren", fit for giving birth---en niet tot baren überhaupt, maar tot het baren van mooie mannen en van vrouwen die degelijk tot het baren van mooie mannen en van vrouwen die degelijk tot het baren van mooie mannen etc. etc. waren!
Maar wat heeft een mooie man, of überhaupt een levend wezen, voor zin? Volgens Zarathoestra is de bovenmens de "zin der aarde". Hoe dat zo? Zin kan alleen gelegen zijn in Lust, lust of vreugde, of in Glück, geluk (regelmatig synoniem voor Nietzsche). Zo zegt Zarathoestra:
"Wat is mij aan mijn geluk gelegen! Het is armoe en slijk en een jammerlijk behagen. Neen, mijn geluk behoorde het bestaan zelf te rechtvaardigen!"
[Zarathoestra's Voorrede, 3.]
---en schrijft Nietzsche elders:
"Filosofie als liefde voor de wijsheid, in een stijgende lijn tot aan de wijze als de gelukkig-gemaakste [dem Beglücktesten], machtigste, die al het worden rechtvaardigt en wéér wil,---niet liefde voor de mensen, of voor goden, of voor de waarheid, maar liefde voor een toestand, een geestelijk en zinnelijk volmaaktheidsgevoel: een affirmeren en goedkeuren uit een overstromend gevoel van vormende macht. De grote onderscheiding."
[Nachlass.]
De eeuwige wederkomst...
***
De eeuwige wederkomst van phusis. Voortplanten, overstromen, bloeien---allen uitingen van macht. De wil tot macht is namelijk niet, zoals gewoonlijk gedacht wordt, de wil tot het bezitten van macht---bezitten is immers iets statisch---; nee, hij is in wezen de wil tot het uitoefenen van macht---tot het zetten van kracht, het overweldigen van weerstanden.
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home