Saturday, April 05, 2008

Cultureel relativisme en monisme.

De strijdigheid tussen cultureel relativisme en wat ik in navolging van dr. Evelien van Asperen "cultureel monisme" zal noemen is mijns inziens onverzoenlijk; ook geloof ik, in tegenstelling tot mevrouw Van Asperen, niet dat er een alternatief is.

Mevr. Van Asperen stelt dat de "universele rechten van de mens", zoals die door de Verenigde Naties zijn afgekondigd, boven de diverse culturen staan. Mijns inziens zijn die rechten afgekondigd vanuit één heel specifieke culturele hoek. Men neme bijvoorbeeld de openingszin van artikel 1:

"Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren."

Vanuit bepaalde cultureel monistische culturen gezien is dit simpelweg een dwaling van mensen die tot een inferieure cultuur behoren.

Wat mevr. Van Asperen doet is de "universele rechten van de mens" als dogma stellen, en vervolgens de diverse culturen waarderen in die mate waarin zij openstaan voor dat dogma. Zij noemt deze rechten "superculturele waarden". Alle culturen zijn gelijkwaardig voorzover ze deze waarden erkennen en naleven. Maar die waarden zijn afkomstig uit één specifieke cultuur, de Westerse.

Het zogenaamde "superculturele" alternatief is dus geen alternatief, maar een blinde danwel oneerlijke vorm van cultureel monisme. Wij blijven dus zitten met wat mevr. Van Asperen "de interculturele paradox" noemt -- hetgeen helemaal geen paradox is, maar een klinkklare tegenstrijdigheid. Wel heeft ze deze tegenstrijdigheid goed omschreven:

"The basis of the dominant culture concept [het cultureel relativistische concept] is that every man is entitled to his culture. But the right to one’s ‘own’ culture also gives the right to ethnocentrism, the focusing on one’s own culture. In addition, the culture concept demands tolerance for other cultures. This also leads to tolerance for intolerance, such as ethnocentrism. The emancipation of minorities can at times impede the emancipation of their women. The essence of the intercultural paradox is now that one cannot be tolerant and ethnocentric at the same time."
[Van Asperen, The Intercultural Paradox, § 3.2]

Als alle culturen gelijkwaardig zijn, dan is de cultuur waarin geldt dat alle culturen gelijkwaardig zijn -- de cultureel relativistische cultuur -- dus niet beter dan bv. een cultureel monistische cultuur -- een cultuur waarin geldt dat alle andere culturen minderwaardig zijn. Er is dus geen reden voor iemand die tot een cultureel relativistische cultuur behoort om juist zijn eigen cultuur te gaan promoten.

Aan de andere kant is iemand die cultureel relativisme promoot volledig in strijd met zichzelf. En hiermee zijn we bij de werkelijke paradox beland. "De cultuur waarin geldt dat alle culturen gelijkwaardig zijn is meerderwaardig aan alle andere culturen." Er zijn twee mogelijke niet-paradoxale varianten op deze stelling:

1. "De cultuur waarin geldt dat alle culturen gelijkwaardig zijn is gelijkwaardig aan alle andere culturen."

2. "De cultuur waarin geldt dat zij meerderwaardig is aan alle andere culturen is meerderwaardig aan alle andere culturen."

Bovenstaande paradox en haar twee niet-paradoxale varianten zijn te vergelijken met de Liar's Paradox ("This statement is false."):

1a. "All statements are true."

2a. "Only this statement is true."

Op het eerste gezicht confirmeert stelling 1a stelling 2a, terwijl stelling 2a stelling 1a verwerpt; maar zo simpel is het niet. Doordat stelling 1a stelling 2a bevestigt, haalt ze zichzelf onderuit: zij is zo indirect een Liar's Paradox. Maar natuurlijk hoeft cultureel relativisme niet te zeggen dat alle culturen een gelijke positieve waarde hebben...

1b. "All statements are false."

2b. "Only this statement is true."

Dit zijn de werkelijke Liar's Paradox equivalenten van respectievelijk cultureel relativisme en cultureel monisme. Een cultureel monistische cultuur is in strijd met alle andere culturen, waaronder cultureel relativistische culturen. De grap is dat zij in haar strijd tegen cultureel relativistische culturen wordt bijgestaan door die culturen zelf, omdat deze laatsten in strijd zijn met zichzelf! De enige eerlijke strijd tussen culturen is dus een strijd tussen cultureel monistische culturen.

Thursday, April 03, 2008

Liberalisme II.

In de Volkskrant van 28 maart jl. stond de volgende ingezonden brief:

Landsbelang

Hans van den Broek, het antwoord op de vraag wat belangrijker is, vrijheid van meningsuiting of het landsbelang (Voorpagina, 26 maart), is heel simpel: vrijheid van meningsuiting is het hoogste landsbelang dat we hebben. En om die vrijheid te verdedigen, zijn de afgelopen eeuwen al miljoenen mensen gestorven en zullen er - hoe gruwelijk het ook is - in de toekomst nog meer sterven.

Vrijheid van meningsuiting is een individueel belang. De vraag is dus wat belangrijker is, individueel belang of het landsbelang. De schrijver van bovenstaande brief is een (politiek) liberaal; en zoals de meeste liberalen begrijpt hij het liberalisme verkeerd. Liberalisme is er niet in gelegen het individuele belang gelijk te stellen aan het landsbelang, maar daarin, de voorrang van het individuele belang op het landsbelang tot landsbelang te maken.

Om politiek "liberaal" te zijn moet je dus wel het landsbelang boven het individuele belang stellen. Immers, waarom zou je je anders zorgen maken om het landsbelang? Dat kan anders alleen als jouw grootste individuele belang toevallig met het landsbelang samenvalt...

Politiek liberalisme is pseudoliberalisme. Werkelijk liberalisme is erin gelegen het individuele belang boven het landsbelang te stellen. Het landsbelang kan de ware liberaal aan zijn reet roesten. Vandaar dat het politieke "liberalisme", dat de voorrang van het individuele belang op het landsbelang tot landsbelang maakt, hem koud laat. Zelfs als het landsbelang het promoten van de voorrang van het individuele belang op het landsbelang is, kan het hem nog steeds aan zijn reet roesten! Want hij maalt alleen om zijn eigenbelang, niet om het promoten van het belang daarvan - behalve als dit in zijn eigen belang is.

De ware liberaal is dus geen idealist maar een pragmatist - een opportunist. Wat voor belang kan iemand hebben bij het sterven voor de verdediging van individuele vrijheid? - Zo iemand verkiest een serieuze dood boven een leven zonder ernst.

Voor pseudoliberalen en andere illiberalen is een werkelijk liberaal leven zonder ernst, omdat zijn enige ernst "de ernst die men als kind had, bij het spelen" is, om met Nietzsche te spreken.