Opperbewustzijn.
Met het voorgaande, dat enigszins schertsend was, kom ik bij een nog fundamenteler probleem: de bewustzijnskwestie. Want wat is bewustzijn? Crowley zegt hier het volgende over:
"Memory is of the very stuff of Consciousness itself. Consider that we can never know what is happening, but only what has just happened, even when most actively concentrated on what we call "the present."" [Little Essays toward Truth, Memory.]
Dus ons bewustzijn is altijd een beeld van iets dat er niet meer is. Ik hoef "meer" niet eens tussen haakjes te zetten omdat ook fantasiebeelden (bijvoorbeeld van de "toekomst") altijd samengesteld zijn uit beelden, of liever vlarden van beelden, van werkelijke gebeurtenissen; van onze ervaringen (van ons "persoonlijk", dat wil zeggen uit dit leven, of van onze voorouders - instinctieve ideeën, "archetypen").
Als we dus de werkelijkheid met de idealiteit vergelijken, dan vergelijken we altijd ons beeld van een relatief kort geleden gebeurtenis met dat van een langer geledene, of met dat van diezelfde aangevuld - "geperfectioneerd", geidealiseerd - met beelden of vlarden van beelden van langer geledene gebeurtenissen.
We zijn dus in staat om een zeker verloop te ervaren - in ieder geval een verloop van ons bewustzijn, onze beeldenstroom. En ons bewustzijn is immer onze realiteit: waar het een beeld van is, of een beeldenstroom, dat kennen we niet; wij kennen alleen die beelden. Dus onze realiteit is: ons bewustzijn - onze "geest". En wat zegt Krishna over onze geest?
"Interwoven in his creation, the Spirit is beyond destruction. No one can bring to an end the Spirit which is everlasting."
[De Bhagavad Gita, boek 2, mantra 17, vertaling Mascaro.]
Toegegeven, Krishna heeft het hier over de "ziel" (het woord dat Mascaro vertaalt met "Spirit" is atma), die losstaat van het lichaam:
"As a man leaves an old garment and puts on one that is new, the Spirit leaves his mortal body and then puts on one that is new."
[ibid., vers 22.]
En Zarathoestra leert ons dat dat niet de waarheid is:
"De zielen zijn even sterfelijk als de lichamen."
[Aldus sprak Zarathoestra, De genezende, 2.]
Hoe kan ons bewustzijn dan everlasting zijn? Zarathoestra vervolgt:
"Maar de knoop van oorzaken, waarin ik verstrikt zit, keert weer, - die zal mij opnieuw scheppen! Ik zelf behoor tot de oorzaken van de eeuwige wederkeer.
Ik kom weer, met deze zon, met deze adelaar, met deze aarde, met deze slang - niet tot een nieuw leven of een beter leven of een overeenkomstig leven:
- ik kom eeuwig weer tot dit zelfde en eendere leven, in het grootste en ook in het kleinste, opdat ik opnieuw aller dingen eeuwige wederkeer leer, -
- opdat ik opnieuw het woord spreke van den groten aarde- en mensenmiddag, opdat ik den mensen opnieuw den Uebermensch verkondige." [ibidem.]
"Memory is of the very stuff of Consciousness itself. Consider that we can never know what is happening, but only what has just happened, even when most actively concentrated on what we call "the present."" [Little Essays toward Truth, Memory.]
Dus ons bewustzijn is altijd een beeld van iets dat er niet meer is. Ik hoef "meer" niet eens tussen haakjes te zetten omdat ook fantasiebeelden (bijvoorbeeld van de "toekomst") altijd samengesteld zijn uit beelden, of liever vlarden van beelden, van werkelijke gebeurtenissen; van onze ervaringen (van ons "persoonlijk", dat wil zeggen uit dit leven, of van onze voorouders - instinctieve ideeën, "archetypen").
Als we dus de werkelijkheid met de idealiteit vergelijken, dan vergelijken we altijd ons beeld van een relatief kort geleden gebeurtenis met dat van een langer geledene, of met dat van diezelfde aangevuld - "geperfectioneerd", geidealiseerd - met beelden of vlarden van beelden van langer geledene gebeurtenissen.
We zijn dus in staat om een zeker verloop te ervaren - in ieder geval een verloop van ons bewustzijn, onze beeldenstroom. En ons bewustzijn is immer onze realiteit: waar het een beeld van is, of een beeldenstroom, dat kennen we niet; wij kennen alleen die beelden. Dus onze realiteit is: ons bewustzijn - onze "geest". En wat zegt Krishna over onze geest?
"Interwoven in his creation, the Spirit is beyond destruction. No one can bring to an end the Spirit which is everlasting."
[De Bhagavad Gita, boek 2, mantra 17, vertaling Mascaro.]
Toegegeven, Krishna heeft het hier over de "ziel" (het woord dat Mascaro vertaalt met "Spirit" is atma), die losstaat van het lichaam:
"As a man leaves an old garment and puts on one that is new, the Spirit leaves his mortal body and then puts on one that is new."
[ibid., vers 22.]
En Zarathoestra leert ons dat dat niet de waarheid is:
"De zielen zijn even sterfelijk als de lichamen."
[Aldus sprak Zarathoestra, De genezende, 2.]
Hoe kan ons bewustzijn dan everlasting zijn? Zarathoestra vervolgt:
"Maar de knoop van oorzaken, waarin ik verstrikt zit, keert weer, - die zal mij opnieuw scheppen! Ik zelf behoor tot de oorzaken van de eeuwige wederkeer.
Ik kom weer, met deze zon, met deze adelaar, met deze aarde, met deze slang - niet tot een nieuw leven of een beter leven of een overeenkomstig leven:
- ik kom eeuwig weer tot dit zelfde en eendere leven, in het grootste en ook in het kleinste, opdat ik opnieuw aller dingen eeuwige wederkeer leer, -
- opdat ik opnieuw het woord spreke van den groten aarde- en mensenmiddag, opdat ik den mensen opnieuw den Uebermensch verkondige." [ibidem.]
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home