Carmen.
Er wordt vaak gedacht dat Carmen de tragische heldin is van Bizets gelijknamige meesterwerk; maar ze is slechts het instrument waarmee de tragische held, Don José, zijn eigen graf graaft.
Volgens Nietzsche is er in iedere goede tragedie een punt waarop de held nog terug "zou kunnen", maar dit niet doet. In Bizets Carmen is dit in ieder geval aan het einde van de derde akte. José weigert daar, door passie overmand, Carmen los te laten (in de metaforische zin). Zijn "kans" om dit te doen doet zich voor na het duel met Escamillo. Over dit duel valt nog wat aardigs te zeggen. In de uiteindelijke versie van de opera, zoals hij in premiere is gegaan, is Escamillo een schobbejak. Dit kan men opmaken uit het genoemde duel. Dit verliest hij namelijk van Don José, om ternauwernood gered te worden door de tussenkomst van Carmen, waarna hij zegt: "Nous sommes manche à manche", hetgeen wil zeggen dat ze aan elkaar gewaagd zijn (terwijl hij het gevecht verloor!). In de oorspronkelijke versie echter, die later in ere hersteld is (door Oeser) - deze versie is overigens echte opera comique, namelijk opera met toneel (dat wil zeggen, als je alleen luistert: zang met gesproken tekst) ertussendoor - in de oorspronkelijke versie wint Escamillo eerst met gemak van Don José, waarna hij hem spaart ("mijn beroep is het doden van stieren, niet het doorboren van mensenharten"). José echter, vernederd en vol wrevel, weigert dit te accepteren en wil op leven en dood doorvechten. Omdat Escamillo hem niet wil doden wordt deze in het nauw gedreven, verliest zijn mes en - wordt gered door Carmen. Hierna zegt hij niet "Nous sommes manche à manche", maar "Je prendrais ma revanche" - "ik zal nog wel wraak nemen"... alsof hij het gevecht terecht verloren heeft. Dit getuigt voor mij van de nobele ziel van Escamillo (Carmen had niet gezien dat José eerst verloor). Hij houdt zo de schaamte van zijn tegenstander in acht.
Volgens Nietzsche is er in iedere goede tragedie een punt waarop de held nog terug "zou kunnen", maar dit niet doet. In Bizets Carmen is dit in ieder geval aan het einde van de derde akte. José weigert daar, door passie overmand, Carmen los te laten (in de metaforische zin). Zijn "kans" om dit te doen doet zich voor na het duel met Escamillo. Over dit duel valt nog wat aardigs te zeggen. In de uiteindelijke versie van de opera, zoals hij in premiere is gegaan, is Escamillo een schobbejak. Dit kan men opmaken uit het genoemde duel. Dit verliest hij namelijk van Don José, om ternauwernood gered te worden door de tussenkomst van Carmen, waarna hij zegt: "Nous sommes manche à manche", hetgeen wil zeggen dat ze aan elkaar gewaagd zijn (terwijl hij het gevecht verloor!). In de oorspronkelijke versie echter, die later in ere hersteld is (door Oeser) - deze versie is overigens echte opera comique, namelijk opera met toneel (dat wil zeggen, als je alleen luistert: zang met gesproken tekst) ertussendoor - in de oorspronkelijke versie wint Escamillo eerst met gemak van Don José, waarna hij hem spaart ("mijn beroep is het doden van stieren, niet het doorboren van mensenharten"). José echter, vernederd en vol wrevel, weigert dit te accepteren en wil op leven en dood doorvechten. Omdat Escamillo hem niet wil doden wordt deze in het nauw gedreven, verliest zijn mes en - wordt gered door Carmen. Hierna zegt hij niet "Nous sommes manche à manche", maar "Je prendrais ma revanche" - "ik zal nog wel wraak nemen"... alsof hij het gevecht terecht verloren heeft. Dit getuigt voor mij van de nobele ziel van Escamillo (Carmen had niet gezien dat José eerst verloor). Hij houdt zo de schaamte van zijn tegenstander in acht.
6 Comments:
Een diepzinnige overpeinzing..
Deze site gebruik ik als cool down.
Helpt echt.
Dag mooie man.
"Wat is voornaam?
[...]
- Het welgevallen aan vrouwen, als aan een wellicht kleiner, maar fijner en lichter soort wezens. Wat een geluk, wezens tegen te komen, die immer dans en dwaasheid en opsmuk in het hoofd hebben! Ze zijn de verrukking van alle zeer gespande en diepe manszielen geweest, wier leven met grote verantwoordelijkheden bezwaard is."
[Nietzsche, Nachlass.]
Is het omgekeerde hiervan wellicht (ook) waar? Dat (sommige) vrouwen - Nietzsche gebruikt het woord Frauen, "dames", en niet Weiber - welgevallen aan zeer gespande en diepe manszielen hebben, wier leven met grote verantwoordelijkheden bezwaard is?
Mijns inziens past hier een bevestiging als repliek.
Een soort rots in de branding, dus.
Mss 2 rotsen en aansluitende brandingen?
Ehm, met "gespande" bedoelde ik natuurlijk "gespannen"...
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home